Home - Actief - 28 januari 2011: Leestekens in poëzie
Leestekens in poëzie In veel gedichten vooral in het vrije vers gebruikt de dichter vaak geen leestekens. Er staan geen komma's punten of andere leestekens in het gedicht. De interpretatie wordt aan de lezer over gelaten. Soms is dat wel lastig. Als je de dichter zelf zijn gedicht hoort voordragen, dan hoor je vaak waar de dichter zelf de punten en komma's bedacht heeft. Bij de komma wordt even gewacht, bij de punt wordt gestopt. De puntkomma (heet ook kommapunt) wordt vaak gebruikt als tussenvorm van de punt en de komma. Het gedicht wordt er vaak opeens leesbaarder en dus duidelijker door.
Sommige gedichten zijn op zichzelf al heel leesbaar omdat de zinnen precies eindigen op het eind van de dichtregel. Leestekens zijn dan misschien niet eens nodig, maar worden juist dan wel veel gebruikt. Het staat in die gevallen ook netter om leestekens te gebruiken. Er zijn ook gedichten waar de dichtregel in de volgende regel doorloopt. Dit wordt 'oversprong' of vaker nog 'enjambement' genoemd. Hier een klein voorbeeld:
Kijk hem daar nou zitten Na de eerste regel zou een komma kunnen staan. Maar de tweede regel loopt duidelijk door naar de derde regel, en de derde weer door naar de vierde. Als een dichter dit doet in zijn gedicht heet dat enjamberen. Hier hangt het van de interpretatie af of de lezer even pauzeert aan het eind van die tweede regel, of meteen doorleest. Ook bij de voordracht van de dichters zelf hoor je of ze aan het einde even pauzeren (korter nog dan bij een komma) of dat ze meteen doorlezen. En dan alleen maar om even het eind van de regel aan te geven. Hierna een gedicht van Maria van Emmerik. In dit geval duidelijke zinnen die passen in regels, compleet met punten en komma's. Uit eigen ervaring als verpleegkundige. Verzorgende Alleen, maar toch niet helemaal, Maria van Emmerik, Bernheze Mas Papo dichter van Bernheze |
Vorige | Volgende |
© Mas Papo 2019